À
s
(Worden) toch eens volwassen!
wordt ⇒ Â
word ⇒ Á
Â
FOUT
Ga terug naar de vorige vraag!
Á
i
(Raden) eens hoe ik heet!
raad ⇒ Ã
raadt ⇒ Ä
Ä
FOUT
Ga terug naar de vorige vraag!
Ã
n
Elke dag (gebeuren) er wel iets bijzonders.
gebeurd ⇒ Æ
gebeurt ⇒ Å
Æ
FOUT
Ga terug naar de vorige vraag!
Å
t
(Worden) je vader volgende week geopereerd?
word ⇒ È
wordt ⇒ Ç
È
FOUT
Ga terug naar de vorige vraag!
Ç
e
Het is uiteindelijk gisteren pas (gebeuren).
gebeurd ⇒ É
gebeurt ⇒ Ê
Ê
FOUT
Ga terug naar de vorige vraag!
É
r
Saskia heeft Sjoerd helemaal niet eens (herkennen).
herkent ⇒ Ì
herkend ⇒ Ë
Ì
FOUT
Ga terug naar de vorige vraag!
Ë
k
Sean (racen) afgelopen zondag door het park.
racede ⇒ Î
racete ⇒ Í
Î
FOUT
Ga terug naar de vorige vraag!
Í
l
Ik (vinden) het niet leuk wat je zegt!
vind ⇒ Ï
vindt ⇒ Ð
Ð
FOUT
Ga terug naar de vorige vraag!
Ï
a
Ik (vermoeden) al dat je daarmee bezig was geweest.
vermoedde ⇒ Ñ
vermoede ⇒ Ò
Ò
FOUT
Ga terug naar de vorige vraag!
Ñ
a
Hij had het wel gehoopt, maar hij (verwachten) het niet.
verwachtte ⇒ Ó
verwachte ⇒ Ô
Ô
FOUT
Ga terug naar de vorige vraag!
Ó
s
Na die opmerking voelde zij zich (verraden).
verrraad ⇒ Ö
verrraden ⇒ Õ
Ö
FOUT
Ga terug naar de vorige vraag!
Õ
a
De (verwachten) brief arriveerde te laat.
verwachte ⇒ ×
verwachtte ⇒ Ø
Ø
FOUT
Ga terug naar de vorige vraag!
×
v
Dat is zeker een (lopen) race.
geloopte ⇒ Ú
gelopen ⇒ Ù
Ú
FOUT
Ga terug naar de vorige vraag!
Ù
o
Paulo heeft eindelijk die boom (omzagen).
omgezaagt ⇒ Ü
omgezaagd ⇒ Û
Ü
FOUT
Ga terug naar de vorige vraag!
Û
n
(Lopen) Jan elke dag naar school?
loop ⇒ Þ
loopt ⇒ Ý
Þ
FOUT
Ga terug naar de vorige vraag!
Ý
d
Ben ik de enige die is (uitnodigen)?
uitgenodigt ⇒ à
uitgenodigd ⇒ ß
à
FOUT
Ga terug naar de vorige vraag!
ß
s
(Worden) je nou morgen achttien of negentien?
wordt ⇒ â
word ⇒ á
â
FOUT
Ga terug naar de vorige vraag!
á
p
Mary is vorige week naar Antwerpen (verhuizen).
verhuist ⇒ ä
verhuisd ⇒ ã
ä
FOUT
Ga terug naar de vorige vraag!
ã
e
Het gebruiken van een (updaten) programma is wel zo verstandig.
geüpdate ⇒ æ
geüpdatet ⇒ å
æ
FOUT
Ga terug naar de vorige vraag!
å
l
(Krijsen) lag de baby in haar bedje.
krijsend ⇒ À
krijsent ⇒ è
è
FOUT
Ga terug naar de vorige vraag!